Ecologie
De stad Amsterdam heeft ecologie hoog in het vaandel staan. De ecologische hoofdstructuur erg belangrijk om een hoge ecologische kwaliteit te krijgen in de stad. Het uitgangspunt voor de gemeente is dan ook; “de ecologische hoofdstructuur wordt gerespecteerd, knelpunten worden aangepakt en voor wijzigingen is, vergelijkbaar met de hoofdgroenstructuur, een besluit van de gemeenteraad nodig.”
Bij het opstellen van de ecologische hoofdstructuur heeft de gemeente een aantal biotopen opgesteld. Deze biotopen geven handvaten voor de diversiteit aan groentypes in de gemeente en de betekenis voor de ecologie. Welke biotopen er in de Minervahaven aanwezig zijn en hoe deze aansluiten op de context van het gebied wordt hieronder besproken.
Lobbenstad
De stad Amsterdam heeft een typerende ecologische structuur. Het principe is om het landschappelijk groen zo ver mogelijk de stad in te trekken, doormiddel van groene lobben. Door deze groene lobben zijn er ecologische verbindingen vanuit het landschap buiten te de stad tot (bijna) in het centrum van de stad. Hierdoor is het mogelijk, voor soorten die voornamelijk in het landschap leven, om een leefgebied in het stadsweefsel te vinden. Deze lobben bestaan uit een aantal verschillende biotopen. (De lobbenstad als natuurgebaseerde oplossing. Case-study Sint-Niklaas, 2017)
Kaart lobbenstad, groene vingers de stad in
Biotopen
Bij de Minervahaven komen er twee groene lobben de stad in. De eerste is de Brettenzone, een vrij directe groene verbinding zonder veel onderbrekingen van infrastructuur. Hierdoor is de Brettenzone geschikt voor fauna die zich over de bodem verplaatst. Dit is een groene lob die is evenwijdig loopt aan de Haarlemmertrekvaart en ontspringt aan de westelijke zijde van de stad.
​
Vanuit hier ontstaat ook de tweede lob. Deze lob ziet er echter anders uit dan de Brettenzone. De tweede lob bestaat voornamelijk uit groengebieden die los van elkaar liggen. Hierdoor ontstaat en ketting van groene eilandjes die meer als stapstenen dienen dan als een directe groenverbinding. Deze lob is daardoor voornamelijk geschikt voor fauna die zich door de lucht kan verplaatsen en hierdoor de groene eilanden kan bereiken.
Ecologische hoofdstructuur, biotopen in Amsterdam Haven-stad
Agrarisch
De agrarisch biotoop vormt een groot deel van de groengebieden rondom Amsterdam en in de groene scheggen van de stad. Er is weinig betredingsdruk en over het algemeen weinig beheer en bedrijvigheid, dit is echter wel afhankelijk van het seizoen. Dit biotoop heeft een lage soortrijkheid, echter heeft het wel een belangrijke functie in de verbinding van groene gebieden in en rondom de stad. (Flora en fauna, 2021)
Sfeerimpressie agrarisch biotoop
Ruig groen
Op plekken waar groen vaak met rust worden gelaten en natuur haar gang kan gaan, zoals in industriële gebieden, ontstaat de biotoop ‘Ruig groen’. Dit groen wordt nooit of zeer sporadisch beheerd, waarbij ook de betredingsdruk erg laag is. Dit biotoop is vaak te vinden op plekken waar ruimtelijke ontwikkeling tijdelijk of langdurig stilligt, vaak aan de randen van de stad. De wordt vaak gedomineerd door pionierssoorten, maar na verloop van tijd wordt de diversiteit aan flora veelzijdiger via de natuurlijke successie in dit biotoop. (Flora en fauna, 2021)
Sfeerimpressie ruig groen biotoop
Beheerd groen
Het groen in de stad wordt, over het algemeen, intensief beheerd en gebruikt. Niet alleen de parken en plantsoenen, maar allerlei groengebieden zoals sportterreinen en begraafplaatsen. Al deze groengebieden leveren een bijdrage aan de groenbeleving van Amsterdam. Hoewel dit biotoop regelmatig wordt beheerd zijn er vaak ook plekjes van ‘rommeligheid’ waarin natuur tot uiting komt. In bossen en bosparken is het beheer minder intensief, waardoor de natuur hier meer plek heeft. (Flora en fauna, 2021)
Sfeerimpressie beheerd groen biotoop
Water en oevers
Amsterdam is gelegen in een waterrijk gebied op de voormalige overgang van de zoete rivieren naar het zoute IJ. Nog steeds is er een brakwatergradiënt te vinden in Amsterdam, door het zoute water dat via de sluizen van IJmuiden het Noordzeekanaal binnenstroomt. De oevers van dit water bestaan uit muren en schotten, maar ook glooiende oevers die bestaan uit beplanting en stenen. (Flora en fauna, 2021)
Sfeerimpressie water en oevers biotoop
Infrastructuur
Taluds van sporen, snelwegen en waterwegen vallen onder het biotoop ‘infrastructuur’. Ze vormen onafgebroken groenverbindingen door het stedelijk weefsel van Amsterdam. Voor fauna is het een droge plek binnen de ‘natte’ stad. Ditzelfde geldt voor de flora. De taluds bestaan voornamelijk uit zand, waardoor er afwijkende plantensoorten voorkomen dan in de omliggende gebieden. (Flora en fauna, 2021)
Sfeerimpressie infrastructuur biotoop
Gebouwen
Bebouwing is het meest typerende biotoop in Amsterdam. Dit biotoop wordt gekenmerkt door beelden die niet veel natuur te lijken verdragen en het meest lijkt op een steenwoestijn. Echter zijn er een talrijk aantal flora en fauna die zich hebben gevestigd op gebouwen, tussen verharding en in resthoekjes van de stad. De stad biedt een beschutte en warmere plek dan het buitengebied. (Flora en fauna, 2021)
Sfeerimpressie bebouwing biotoop
Bronnen:
​
De lobbenstad als natuurgebaseerde oplossing. Case-study Sint-Niklaas. (2017, 26 april). BOS+. Geraadpleegd op 8 november 2021, van https://www.bosplus.be/k/nl/n167/news/view/33565/19367/de-lobbenstad-als-natuurgebaseerde-oplossing-case-study-sint-niklaas.html
Flora en fauna. (2021, 8 november). Amsterdam.nl. Geraadpleegd op 8 november 2021, van https://www.amsterdam.nl/bestuur-en-organisatie/volg-beleid/groen/flora-fauna/
​